dinsdag 17 april 2012


Stanley Kubrick

Vandaag moet ik weer de Hofheuvel (want zo heet die bult in Brussel) op. Op mijn lijstje staat het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten dat min of meer in die ‘berg’ is gebouwd en het Europees Parlement dat aan de andere kant van de heuvel ligt. Met de fiets aan de hand kom ik boven ook nog over een trappartij met gootje. In het museum is een grote tentoonstelling van foto’s van Stanley Kubrick, een van mijn favoriete filmregisseurs van films als A Clockwork Orange en A Space Odysee. Ik wist niet dat hij zijn loopbaan als fotograaf direct na de oorlog was begonnen. Maar daar was het klassieke verhaal: vader arts in New York en belangstellend amateurfotograaf geeft zijn zoontje Stanley van dertien een goede fotocamera. Het is 1941 en de jongen zwerft door de grote stad en legt alles vast. Negen jaar later is hij sterfotograaf van het tijdschrift Look en dan is al duidelijk te zien dat hij in reeksen foto’s denkt. De filmregisseur zit al in z’n hoofd. Uit die jaren vijftig is het werk dat hier in Brussel onberispelijk is opgehangen.


Een enorme fotowand leidt naar de tentoonstelling die diep in de museumheuvel in een enorme zaal staat opgebouwd. De lift geeft aan op -8 te staan.

Het is eindelijk weer eens een fototentoonstelling die er toe doet. Om reden van de onderwerpen: New York en zijn inwoners, de jazzmuziekscene, fantastische zwart/wit fotografie en vooral die reeksen foto’s van een onderwerp. Een arme schooljongen die wat bijverdient als schoenpoetser en dan z’n schamele dollarcenten uitgeeft aan postduiven op z’n armelijke dakterras waar we wel even de Brooklynbridge in de verte zien.
Of een reportage gemaakt in Portugal (1951) waar hij ook een beter oog heeft voor de bevolking dan voor de toeristische kant. Heel aardig is dat aan het eind van de tentoonstelling in vitrines de tijdschriften Look opgeslagen liggen op de pagina’s van de fotoreportage. Heel mooi is ook een fotoverhaal van de beroemde bokser Rocky Graziano.
Prachtige tentoonstelling, het mooiste wat ik deze reis zag.
Dan gaat het op de fiets verder naar het Europese Parlement waar om drie uur de rondleiding begint. Het is er reuze druk. Veel groepen schoolkinderen die een eigen rondleiding krijgen. De losse bezoekers worden opgehokt en moeten nog verder opzij als een bus met een gezelschap overduidelijke Arabieren aankomt. Zij zien er allen deftig uit, gekleed in westerse kostuums en winterjassen maar ik kan rond de hoofden gemakkelijk een tulband denken. Snorren en baarden, een enkele zonnebril en in het gezelschap twee vrouwen die duidelijk blij met elkaar zijn want er is weinig aandacht voor hen.
Ik sta strategisch voor de lopende band en de detectiepoort waar wij straks zelf ook doormoeten en nu krijgen de verre buitenlanders voorrang. Zij moeten als eersten hun potentiële piepende voorwerpen in bakjes leggen. De eerste legt zijn bidkralen met een iPhone in het bakje. Ik moet nu voor mezelf  weten waar ze vandaan komen dus mijn vraag aan een van de deelnemers: “which country?” wordt beantwoord. Zij komen uit Saoedi-Arabië! Er gaan heel wat interessante voorwerpen in de losse bakjes maar iedereen is in het bezit van een Apple-telefoon.
Dan mogen wij erachter aan en we zien de hoge gasten (er zitten vast en zeker sheiks tussen) niet meer terug. De rondleiding bestaat eigenlijk uit het aanmeten van een iPot touch die op een van de 23 talen kan worden ingesteld en die ons het verhaal in het oor fluistert. De rondleidster zorgt er eigenlijk alleen voor dat iedereen snapt hoe die dingen werken. En wijst ons de weg. Die is niet lang: we staan op een balkon boven de centrale hal en we gaan de plenaire zittingszaal in. Daar staan dan de 738 zetels-met-schrijftafel in een halve cirkel opgesteld. De grote tafel voor de Commissie. Daar omheen liggen de cabines voor de tolken. (de Nederlandse zit het dichtst naast de voorzitter). Op ons touch-screen kunnen we alle informatie opvragen die ons hartje begeert. Hennis-Plasschaert staat er nog in als parlementslid maar ja met zoveel gekozenen verandert er wel eens wat. De PVV is ingedeeld bij de NI’s. Niet ingeschrevenen! Na ruim een half uur gaan we dezelfde weg weer terug.
Buiten spoelt het inmiddels en ik moet dezelfde weg terug, gelukkig bijna steeds bergafwaarts. Maar kom wel zijknat bij de camper aan. Maar daar brandt de kachel en staat de wijn koud. 
Omdat de weersverwachting aanhoudend koud en wisselvallig is zie ik af van een reis terug naar Duitsland wat in mijn bedoeling lag. Ik ga morgen eerst weer op huis aan en wacht op beter weer. Het heeft ook te maken met zijn fiets en met dat verdomde Vodafone. Die spullen moeten eerst weer in orde. Met de jeugdherberg heb ik het zeer getroffen. Morgenochtend m’n laatste ontbijt.

Brussel heeft curieuze straatnamen, hier een mooi voorbeeld.

maandag 16 april 2012


Slechts één museum open
Waar ik al een beetje over in zat gebeurt: Brussel is weliswaar niet op zeven heuvelen gebouwd maar zelfs de binnenstad kent veel vals plat en mijn elektrische ondersteuning van de fiets heeft het laten afweten. Ondanks zeven versnellingen trap ik me rot en soms moet ik lopend verder. Zoals vanmorgen, onderweg naar de woonwijken van omstreeks 1900 waar ik veel Art Nouveau ga bekijken. Dan moet je over de hoogte van de Kunstlaan. Niet te nemen en als je dan hijgend en lopend boven ben dat gaat het met de Leuvensesteenweg weer razendsnel naar beneden en hang ik vol in de remmen. Zo kom ik bij het Ambiorixplein waar ik de fiets stal en lopend een mooie route loop. Er staat nog wel eens een fraai Art Nouveau villa te koop. (zie foto) 


Het is een buurt van ambassades ook en fraaie scholen. In Antwerpen zijn deze woonwijkjes spectaculairder, want bijna huis aan huis voorzien van fraaie gevels, maar een speciale brochure brengt mij toch langs de hoogtepunten van deze bouwstijl van rond de vorige eeuwwisseling.
Daarna gaat de fietstocht verder naar het Parc de Cinquantenaire ofwel het Jubelpark. Hier staat een enorme arc de triomphe met aangebouwd grote gebouwen met klassieke zuilen en Grand Palais-achtige tentoonstellings ruimten. Hier zitten een aantal museums maar ik weet al dat er slechts een open is. Het is tenslotte maandag. Die Arc is in 1905 opgericht (en minstens even imposant als de Brandenburger Tor) om de onafhankelijkheid van België (van Nederland) tot in de eeuwigheid te memoreren. Er loopt een autoweg onderdoor die ik bij mijn entree in Brussel al nam. Hier liggen het Koninklijk Museum voor Kunst en Historie, rechts en het Museum van de Armee. Beide gesloten. Maar als ik onder de triomfboog doorfiets staat daar rechts nog een enorme hal en daarin bevindt zich “Autoworld”, het automuseum en dat is alle dagen van de week open. Binnen is een prachtige opstelling van de ontwikkeling van de automobiel. Een rondlopende verdieping laat de auto’s van na 1950 zien en daar staan juweeltjes bij. Beneden ook natuurlijk maar met die vroege koetsen, hoe imponerend van (zichtbare) techniek ook, heb ik minder. Pas bij de fraaie Lancia met open kap uit 1934 of een spectaculaire Horch als voorloper van de Auto Union (Audi) ontwikkeling of een mooie Austin (foto) wordt ik enthousiast.


Maar boven staan de meer aansprekende types: een van de eerste Traction Avant’s van Citroën in grijs met zwarte spatborden, de eend, kever en Renault 4 staan naast elkaar. De tweetakt Saab, Volvo Amazone maar ook de Austin Mini (in precies de goede kleur blauw die ik ook eens had). Hier boven staan ook de DS19 en de SM met Maseratimotor (waarvan er maar 18.000 in totaal zijn gemaakt) van Citroën. Vooral Europese merken met spetters als Jaguars MKII en Ferrari’s. Heel interessant is een houten ontwikkelingsmodel van de Facel Vega en nog een ander zeer gestroomlijnd houten ontwerp. Kortom een kostelijk museum, maar nu moet ik weer over de heuvel!
Op de tocht terug neem ik de gebouwen van de Europese Gemeenschap ‘mee’. Ongelofelijk wat hier is neergezet. Een glazen stad op zichzelf. Langs een oprit waaien fraai aan vlaggenmasten de nationale vlaggen van de (27?) lidstaten. En ze staan strak want er waait een gure, harde wind. 


Hier de heuvel die ik vandaag tweemaal moest overwinnen met mijn fiets zonder ondersteuning.

In de binnenstad die ik via een route langs het Koninklijk paleis en de mooie kathedraal bereik, loop ik nog even de Nieuwstraat uit. Een drukke winkelstraat met grote warenhuizen die probleemloos in elkaar overlopen. Aan het eind van de straat sta ik ineens tegenover het Shereton-hotel waar Herma en ik met Ed en Diny Bosloper in de vroege jaren zeventig eens logeerden. Geen spat veranderd, alleen is de omgeving veel verbeterd.
Terug in de camper zwaait de automatische toegangsdeur open en rijdt er een grote touringcar de parkeerplaats op. Dit heeft de chauffeur vaker gedaan want het is vanuit de Olifantstraat verrekte nauw. De bus brengt een grote groep Franse scholieren naar de jeugdherberg. Ze komen uit Salon de Provence en gaat kennelijk Brussel (en Europa ?) doen. 's Morgens kom ik andere gasten allemaal weer tegen in de ontbijtzaal waar ik, heel onnatuurlijk, ook aanschuif.


PS waarom mag Joost weten maar al dagen kan ik geen e-mail binnenhalen.

zondag 15 april 2012


Leuven.
De man van de VVV nam gisteren uitgebreid de tijd om mij te vertellen dat de mooiste steden van Vlaanderen achtereenvolgens Brugge, Gent, Leuven, Antwerpen en Mechelen waren. Brussel hoorde wat hem betreft er niet bij. Vooral voor Leuven enthousiasmeerde hij mij en gaf er uitgebreide documentatie bij. En zo kwam ik op het idee mijn eerste volledige dag in Brussel, in Leuven door te brengen. Deze prachtige studentenstad is bereikbaar met de trein en zo zit ik om tien uur in de fraaie sneltrein naar Luik die in Leuven stopt. Een minuut of 25 en je bent er voor een bedrag van € 6,- retour.
  Maar zoals ik op de fiets door Brussel een wel heel rustige zondagochtend aantrof, zo was het in Leuven ook uitgestorven.

De 'beroemde' Brasserie du Sport van Leuven heeft op deze zondagochtend alleen speelautomaten te bieden. Eventuele winst in drankbonnen.

Eerst maar naar de Brasserie du Sport tegenover het imponerende oorlogsmonument bij het station dat de doden uit WO I en II wil eren. Een wat verlopen café (met ook slecht koffie) waar de bezoekers toch al uitgebreid aan de Trapist zaten en/of een speelautomaat tot een uitbetaling trachten te bewegen. Als dat mocht lukken dan werd er uitsluitend uitbetaald in drankbonnen zo liet een getypt briefje erboven weten. De sport manifesteerde zich vooral in trofeeën in de vorm van bekers die op lange planken stonden. Er was een heel curieuze rookruimte: stel je de glazen cel in een rechtszaal voor (zoals bij de maffiaprocessen). Die stond hier ook tegen een zijwand en binnen zaten twee rokers, bij voorbaat veroordeeld......
Er loopt een lange brede straat van het station naar de Grote Markt en daar begint het mooie Leuven. Een stadhuis dat tot de mooiste gotische gebouwen ter wereld behoort. Daar tegenover de Sint Pieterskerk die ik nog wel bekijk (en fotografeer) en ruik (de eerste dienst met wierook is kennelijk net achter de rug) maar waar ik ook weer uitgestuurd wordt. Pas na tweeën welkom. Omdat alle winkels dicht zijn en geen student zich laat zien is het saai op straat, maar de zwerftocht door de prachtige, van oorsprong Middeleeuwse binnenstad levert prachtige gebouwen, aflopende straten en beeldschone binnenplaatsen op. Ik passeer veel colleges in oude gebouwen met fraaie tuinen. Er worden nog veel ‘kotten’ voor studenten aangeboden zo leren affiches voor de ramen. Maar studenten wonen ook prachtig, zo is in het Groot Bagijnenhof te zien. Het is een enorm Middeleeuws complex binnen de stad waarvan alle huizen nog volledig worden gebruikt. De tuinen zijn schitterend onderhouden. Een pareltje. 


Dit is het Grote Bagijnenhof van Leuven dat compleet in gebruik is, vooral voor studentenbewoning.

De oude stad ligt in een cirkel  van wegen en spoorwegen en wordt doorsneden door een snelstromende rivier en straatjes. Daardoor is de stad een onbedorven juweel: een prachtstad die vandaag, zondag, even boven Brussel ging.

zaterdag 14 april 2012


Ruim vierhonderd kilometer liggen Straatsburg en Brussel uit elkaar. Dat is dus ook de afstand die al die verhuiswagentjes moeten afleggen om de spullen voor 750 Europese parlementariërs voor de vergaderingen over te brengen. Ik neem aan dat de politici het vliegtuig nemen, efficiënt maar kostbaar. Maar de Europese democratie mag wat kosten al denkt niet iedereen daar zo over.
Goed, ik ben dus aangekomen in Brussel en ben op een heel bijzondere plek. Via het Internet was ik erachter gekomen dat de jeugdherberg “Génération Europe” aan de Olifantstraat op z’n terrein vier camperplaatsen heeft ingericht. Part of the deal is dan wel dat je in de jeugdherberg je toilet maakt en deel neemt aan het aangeboden ontbijt. Tussen zeven en half tien, prima dus. Ik heb eerst gebeld of er plek was en dat was er, ik was welkom. Maar ik wist natuurlijk niet wat mij te wachten stond. Wel, de rit met behulp van de TomTom (Bram die de routes aan elkaar praat is deze week overleden zo hoorde ik op het nieuws) bracht mij in hartje Brussel en wel in de ‘moeilijke’ wijk Molenbeek, waar vorige week nog een controleur van de bus werd mishandeld wat hem het leven kostte. De Olifantstraat is een drukke, smalle straat waarin ik geen camperplaats zag. Maar de jeugdherberg stond er wel en daarnaast was een enorme gesloten deur met een uithangbordje met een camper erop. Daar moest het zijn. Ik naar de receptie van de herberg en inderdaad ik werd verwacht. Moest wel vier dagen vooruit betalen maar kreeg in ruil een pasje waarmee het gebouw te ontsluiten was en ook de zware deur rolde ermee automatisch open. Daar bleek een grote parkeerplaats met inderdaad vier camperplaatsen met stroomaansluiting. Er stonden al twee, een Duitse en een Luxemburgse. De deur rolde ook weer zelf dicht. Eigenlijk voel ik mij in een soort vesting en kan gewoon via het gebouw naar buiten. Binnen heerst de bekende drukte van de jeugd, groepen en individuen die hun eigen ding doen.


Op de Markt heeft een groep Engelse meiden bezit genomen van de tijdelijke muziektent en zingt het winkelende publiek uitbundig toe. Iedereen vindt het leuk.

Nu blijkt dat de binnenstad, zeg maar de Markt van Brussel op nog geen kilometer afstand te liggen. Dat kan ik dus gemakkelijk belopen. En dus was ik vanmiddag al even in de stad. Dan blijkt dat Molenbeek voor 100% allochtoon is. Het is razend druk op straat, de winkels in deze wijk zijn geheel toegesneden op de cliëntèle en dat brengt een zekere gezelligheid met zich mee. Aan het eind van de Gentse Steenweg die als een hoofdweg door Molenbeek loopt ligt het kanaal van Charleroi en dat is in dit geval letterlijk de waterscheiding. Aan de andere kant loopt de rue Antoine Dansaert rechtstreeks het centrum in en dit is zelfs een chique winkelstraat. Het is reuze druk in Brussel op deze mooie maar koude zaterdagmiddag, Gezellig is hier het goede woord. Ik haal bij de VVV de nodige inlichtingen en dan kan de verkenning beginnen.

vrijdag 13 april 2012


Een prettige laatste dag in Straatsburg: prachtig zonnig weer, een rondrit met een busje waarin alles nog een keer voorbij komt. Daarbij een perfecte lunch in zo’n brasserie aan een brede boulevard, de Avenue de la Marseillaise waar aan beide kanten de kastanjebomen al zwaar in blad zitten en waarin de kaarsjes al bijna worden aangestoken. En ‘s middags dan toch nog even een museum ‘gedaan’: het Musee d’art Moderne. Dat ligt op een heel mooie plaats met uitzicht op de verdedigingswerken van Vauban. En uitzicht heeft het gebouw met meer dan 2200 vierkante meter glas! Dat maakt het bijna lastig om de kunst tegen teveel daglicht te beschermen maar dat is gelukt.



De Music Salon van Vassily Kandinsky in het museum voor moderne kunst in Strasbourg.

Er is een aardige verzameling te zien waarbij de vele werken van Vassily Kandinsky opvallen. Er is een heel paviljoen nagebouwd (foto) dat onder de titel Salon de Musique te zien is geweest op een wereldtentoonstelling in 1931 in Berlijn. Ook zijn er veel schilderijen uit die tijd. Een heel aardig kabinetje laat de oorspronkelijke houtgravures zien die Gustav Doré, afkomstig uit Straatsburg, maakte voor sprookjesboeken. Zo doen de Gelaarsde Kat en Roodkapje weer heel wat herinneringen terug keren.
Hier staat en hangt ook werk van Ceasar Domela Nieuwenhuis waarbij de tweede achternaam gemakshalve is weggelaten. Slordigheid met name in bijschriften kan die museum ook niet ontzegd worden. Er is deze middag nog behoorlijk belangstelling.
Ik neem nu afscheid van Strasbourg, een stad die meer indruk maakte dan ik aanvankelijk had gedacht. Een tweetalige stad nog steeds, op de grens van Frankrijk en Duitsland en gelegen aan de Rijn al is die rivier toch op afstand en maakt geen deel uit van het stadsgezicht zoals in Keulen of zoals de Main in Frankfurt.
Ik verlaat Frankrijk zaterdagochtend en zoek mijn heil In Brussel. Toch niet onlogisch na deze Europese stad Straatsburg.


Hier staan de verkiezingsborden van zink die zijn bevestigd aan fietsen-hekken. Voor iedere kandidaat voor het presidentschap één: saaie campagne.

donderdag 12 april 2012


Vandaag tussen de buien door op de fiets naar de stad. Mijn e-bike laat het afweten. De elektrische ondersteuning weigert dienst, het display geeft een 03-fout aan maar ik weet niet wat dat betekent en wat ik ook doe (stekkers los- en vastmaken, het menu doorlopen), hij verdomt het. Jammer maar het blijft een lekkere fiets met zeven versnellingen waarmee ik ook moeiteloos naar het centrum fiets. Mooi weer voor een bezoek aan het Palais Rohan. Zo’n echt Frans stadspaleis dat nog ven de Lodewijken geweest is en waar Napoleon (die populair was in de Elzas) graag kwam. Het ligt midden in de stad aan de boorden van de rivier de ill (lastige naam want als ik de naam met een hoofdletter schrijf dan staat er dit: Ill) en biedt de kijker nu drie museums en een galerie. Het is eerlijk verdeeld. Op de bovenste verdieping het musee des Beaux Arts en die hangen er ook: vooral de Middeleeuwse schilderstukken bevallen me, verder geen grootse collectie.


Leuker is het op de eerste verdieping in het Musee des Arts Decoratifs. Daar zijn de stijlkamers uit de tijd van bewoning, salons, een fraaie bibliotheek en slaapkamers (waaronder dus een van Napoleon). Ook veel aardewerk uit de streek maar het leukste is een afdeling waarin de bruiklenen van een speelgoedverzamelaar bijeen zijn gebracht. Hier zouden mijn erfgoed-kompanen Hylke en Rob ook watertanden. In een groot aantal vitrines, mooi uitgelicht, staat speelgoed van blik. Prachtige scheepsmodellen, auto’s, treinen maar ook een flink aantal stoommachientjes, traktoren en allerlei mannetjes die daarop kunnen worden aangesloten. Jammer dat het een statische opstelling is, ik zou het wel eens willen zien bewegen. In deze afdeling is ook plaats voor uurwerken en dan met name grote, voor gebouwen en kerktorens.


In de kelder pakt het Musee Archeologique uit. Hier gaat het om de archeologische geschiedenis van de Elzas door alle tijden heen. Dus veel bodemvondsten. Onder glas dat in de vloer is opgenomen liggen graven, skeletten en fraaie bodemschatten. Ik moet denken aan de opstelling van het Fries Museum waarvan wij vroeger ook tamelijk onder de indruk waren van stenen sarcofagen. Hoe zal die collectie, bij voorbeeld de terpvondsten straks te zien zijn ? Er zijn veel Romeinse zaken te zien, logisch want zuidelijke beschaving drong diep tot Frankrijk (Gallië) en langs de Rijn door.
In eenvleugel van het paleis is nog een toetje: de exposition Galerie Heitz. Hier is met veel audio-visuele middelen de geschiedenis van de Elzas uitgebeeld. Onder de titel ‘Honderdduizend jaar handel en wandel’ komt hier alle vooruitgang (maar ook terugslag) aan de orde. Erg aardig was de projectie met een video-beamer op de kop van een etalagepop van een sprekende meneer met baardje. Het was net echt! De voortdurende wisseling van nationaliteit van deze stad komt ter sprake, de Eerste- en de Tweede Wereldoorlog hebben hier diepe sporen nagelaten. Grappig is dat in een plaatselijke krant, de DNA, een hele pagina in het Duits werd geschreven. Ook zijn er in de binnenstad heel veel bordjes van de straten tweetalig. Deze “Vestiges de Voyages” zoals de tentoonstelling heet, deed eerder al steden als Mulhouse en Haguenau aan.
In een mooie opklaring loop ik door de Zoölogisch Tuin van de Universiteit van Straatsburg. Er hoort ook nog een museum bij, maar dat werd me even te veel...

woensdag 11 april 2012


Dinsdag begint de dag stralend dus ik besluit eerst de verst verwijderde plek die ik wil bezoeken te gaan bekijken. De gebouwen van de Europese Gemeenschap. Zoals bekend vergadert het Europees Parlement afwisselend in Brussel en Straatsburg. Dat brengt de, al in veel documentaires beschreven gigantische verhuizing van alle spullen die nodig zijn om te kunnen vergaderen, met zich mee. Van dat alles zie ik nu niks: geen speciale vrachtwagentjes met containers, geen tolkenblokken en ander verplaatsbaar materiaal. Wel zie ik langsfietsend een enorm restaurant waar de stoelen op de tafels zijn gestapeld, even niet nodig. Sinds het parlement naar 750 leden is uitgebreid heeft “Straatsburg” een groot rond en glazen gebouw aan de oever van de ill ( de Dokkumer Ee van Straatsburg zal ik maar zeggen) neergezet dat met een luchtbrug met het oude gebouw is verbonden. Vandaag zie ik vanuit de rondvaartboot hoe drie glazenwassers hangend aan touwen als bergbeklimmers de glazen gevels schoonhouden. Wellicht binnenkort weer een zitting?


De giraffeman staat voor het hoofdkantoor van Arte. In de verte de gebouwen van de Europese Gemeenschap.

In een ouder en onaanzienlijker gebouw zetelt de Raad van Europa, het politieke bestuursorgaan. Om die reden zijn er hier dan ook tientallen ambassades en zaakgelastigden gevestigd die geaccrediteerd zijn bij deze Raad. Een heel wat interessanter gebouw in deze cluster aan de rand van Straatsburg is het Paleis van de Rechten van de Mens, een paleis van justitie eigenlijk waar zaken aanhangig gemaakt kunnen worden die mensenrechten raken. Het gebouw met twee opvallende ronde elementen is van Richard Rodgers. Ik heb geen schijn van kans om binnen te komen. Excursies gaan alleen in groepsverband en ver van te voren afgesproken.
Vlakbij deze Europese nederzetting fiets ik langs het hoofdgebouw van de culturele zender Arte en daar kan ik (als abonnee van hun tijdschrift) wel degelijk binnen kijken. Arte is de samenwerking tussen Duitsland en Frankrijk die ook elk voor de helft van de kosten opdraaien.  Een pracht initiatief dat veel mooie TV producties oplevert. Arte werkt samen met veel buitenlandse publieke zendgemachtigden zoals de BBC, ZDF en Sat3 maar ook met de Nederlandse omroepen VPRO en AVRO. Dit is dus de hoofdvestiging met vele satellietschotels op dak. In Duitsland zit Arte in Baden Baden, in Frankrijk in Issy les Moulineaux. Voor de deur staat een grappig beeld van een ‘giraffeman’ dat ook vaak op het TV scherm wordt getoond.
Koffie drink ik op een terras van Brasserie Brant op het Goetheplein in de volle zon. Een waar genoegen. Om half een moet ik bij de kathedraal terug zijn om het spektakel van de optocht van de apostelen te zien. Wat is hier aan de hand? In de kathedraal bevindt zich een astronomisch uurwerk uit de achttiende eeuw, een soort meesterwerk op het niveau van Eise Eisinga. De klok loopt spatgelijk en in plaats van sterren en planeten is hier elke dag om half een een voorstelling te zien (zoals in Alkmaar en München) van bewegende poppen waarin onze lieve heer en de apostelen zijn te herkennen. Het is wel aardig en er komen honderden bezoekers op af. Het mechaniek van het uurwerk is ook zichtbaar. Omdat de zon nog altijd voluit schijnt mag ik een Italiaans ijsje! Voor de lunch fiets ik even terug naar de camper en verken later op de middag de middenstand van Straatsburg. Terug een bui en ‘s avonds blijft het flink doorregenen.

De rondvaartboot past precies in de sluis in het stadsdeel "Petite France" en overbrugt 1.80 m aan waterhoogte.

Vandaag is mijn Strasbourg-pas geldig en neem ik eerst de rondvaartboot. Die is riant groot, volledig van glas en vol. Er is hier zoals geschreven heel veel water. Rondom de binnenstad is een brede gracht, aan de westkant maakt het water deel uit van de vestingwerken van Vauban met torens en bruggen. De grootste Barrage Vauban staat helaas in de steigers met doorwerkplastic. Grappig is dat in het traject van de boot tweemaal een sluis moet worden genomen. Er is een hoogteverschil in de stad van 1.80 m. Het schutten gaat razendsnel omdat de rondvaartboot precies op maat is. We varen door “petite France” de Middeleeuwse wijk van de binnenstad. Hier staan uitsluitend huizen met de vakwerkconstructie. Volgens de gids konden dit soort huizen gemakkelijk worden verplaatst. We varen dus ook helemaal naar de Europese bouwwerken die ik gisteren al uit een ander perspectief zag. Een buitengewoon aardige tocht. Ik houd het bezoek aan het paleis Rohan waarin maar liefst drie museums zijn gevestigd, voor morgen. Ik kijk nog wel even op het plein Gutenberg naar het standbeeld van de naamgever die in deze stad zijn uitvinding zou hebben gedaan. Op vier bronzen voorstellingen wordt de wereldwijde betekenis van de boekdrukkunst uitgebeeld. Ik zie ineens dat de kathedraal eigenlijk een toren mist. De onderbouw vraagt om een tweede toren. De bestaande is indrukwekkend genoeg: 142 meter hoog. Ook te beklimmen......

maandag 9 april 2012


Vandaag voor het eerst in tien dagen regen. Dat had ik voorzien vandaar dat ik mij vandaag en niet dinsdag verplaats: paasmaandag is een zondag in Duitsland dus geen vrachtverkeer. Zeker bij regen een zegen. Ik ben in ruim twee uren in Strasbourg waar de regen minder is en tegen twee uur stopt. Ik kan weer eens op de fiets naar de stad. En dat gaat hier prachtig over een fietspad van een kilometer of drie tot bij het prachtige Gare Central aan de rand van de binnenstad. Hier zit ook de VVV waar ik me laat volstoppen met informatie. Dan een eerste verkenning door de binnenstad. Er is geen winkel open maar het is toch erg druk meet slenteraars en toeristen. Ik fiets tot de indrukwekkende kathedraal en kijk op pleinen en straten die vol staan met vakwerkhuizen uit de tijd (voor 1681 toen de Fransen deze stad veroverden) dat Straatsburg Duits was. En er is veel water in Straatsburg dus ook rondvaartboten en bruggen. Leuk. Ik verheug me de komende dagen daarmee diepgaander kennis te maken.


zondag 8 april 2012


Een koude nacht maar een stralende paaszondagochtend. Ik luister naar radio 1, de EO praatjes om half acht; naar radio 4: christelijke gezangen met een stichtelijk praatje tot negen uur. Ook al EO. Dat is elke zondag raak! Gelukkig begint om acht uur Vroege Vogels, ook veel praatjes maar nu in mijn interesse-sfeer. Om half tien vertrek ik richting stad met de U-bahn en een kwartiertje later wordt ik op weg naar de Munch tentoonstelling omringt door het geluid van alle kerkklokken van Frankrfurt. De Paasdiensten staan op punt van beginnen.

Zaterdag was ik ook al vroeg op pad en wel naar het museum voor toegepaste kunst. In Keulen was ik zeer enthousiast over een soortgelijk museum. Frankfurt is andere koek: de gebouwen zijn fantastisch. Hier staat aan de oever van de Main en groot gebouw van Richard Meier. In zijn huisstijl glanzend wit. (denk aan het stadhuis van Den Haag of het museum voor moderne kunst in Barcelona). Het dateert van 1985 en wordt nu gerenoveerd. Tot dit grote museum behoort ook een (witte) villa die met een loopbrug is verbonden. Deze classicistische Neue Villa uit 1803 is geheel in woonstijl ingericht. Het is er aangenaam vertoeven. Of dat ook geldt voor de ongetwijfeld vrijwillige, oudere toezichthouders die elke verdieping bewaken waag ik te betwijfelen. In museum zelf zijn een groot aantal opstellingen: het gaat over boeken, Chinese vormgeving, potten en pannen en in slechts een zaaltje vind ik het design waarnaar ik eigenlijk op zoek ben.


De villa op de voorgrond en Richard Meier's schepping daarachter.

Over een speciale loopbrug over de rivier loop ik terug naar de binnenstad. Op de brug maakt een Spaanse dame met een i-Pad, verpakt in zo’n toetsenbord-etui, foto’s van haar vriendin. Een vreemd gezicht. En zo fotografeert bijna iedereen met de hun ten dienste staande apparaten dat het een aard heeft. Zelf film ik met mijn fototoestelletje bij de Hauptwache een grote demonstratie van dierenwelzijn-activisten die hier aan een tocht begint. Er is ongelofelijk veel politie op de been. Steeds in groepjes van vijf staan zij rug aan rug rond te kijken. Het blijft echter rustig en zij begeleiden tenslotte de tocht. Ik kijk nog even in de grote warenhuizen aan der Zeil, de koopboulevard, doe maaltijdinkopen en reis terug.
Paaszondag is het dus rustig in het centrum. Het kerkbezoek en het museumbezoek is echter manmachtig op de been. Ik ben dus op weg naar de Schirn, de Kunsthalle Frankfurt die naast de kathedraal ligt. Mij trekt een overzichtstentoonstelling van het werk van de Noor Munch di geloof ik ook al in Nederland te zien was. Ik ken dat werk al redelijk goed door het bezoek aan het Munchmuseum in Oslo. Ik houd erg van realisten als Nolde en Munch en het is dan ook een enerverende rondgang door de zalen. Geen van de schilderijen met de naam De Schreeuw is er trouwens. Hoeft ook niet om het toch een prachtige tentoonstellingen te vinden.


Icelandair 'spuugde' honderden witte pakketen (voorgrond) uit, volgens mij ingevroren vis!


Omdat het mooi weer blijft wil ik ook nog even op het terras van het vliegveld Frankfurt staan. Met de card reis ik toch overal naar toe, niet waar? Frankfurt heeft met Heathrow de eer het grootste vliegveld van Europa te zijn. Inderdaad is het er smoordruk, met passagiers en met vliegtuigen. Enige dingen vallen op: de terminals liggen naast elkaar in een langgerekte gebouwenbrei. Niet in de vorm van pieren zoals op Schiphol. De vliegtuigen staan allemaal naast elkaar aan slurven. En er is veel te weinig plaats! Men heeft voor deze gebouwen een zeer brede strook ingericht waar ook (veel) vliegtuigen worden afgehandeld. Op de ouderwetse manier: rijdende trappen worden tegen de vliegtuigdeuren gereden, dubbele bussen rijden voor en de passagiers worden zo afgevoerd. De terminals zijn met onbemande metrostellen met elkaar verbonden. Ik vond dat de bewegwijzering niet adequaat was. Kortom Schiphol wint het op alle fronten van Frankfurt, al lopen de start- en landingsbanen wel mooi evenwijdig met de gebouwen en is het vlieg-verkeer dus mooi te volgen. Je hoort trouwens dag en nacht overal vliegtuigen!
Paas-maandag reis ik door naar Straatsburg. Frankrijk in dus.

vrijdag 6 april 2012


Een sublieme dag voor museumbezoek: super saai weer en nog koud ook. Ik reis nu met de metro (U-bahn) naar het Schweizer Platz en loop naar das Städler. Het grote museum van Frankfurt dat twee maanden geleden een nieuwe uitbreiding heeft geopend. Het museum werd er tweemaal zo groot door (7000 vierkante meter expositieruimte); van de weeromstuit werd het restaurant met de toepasselijke naam Holbein gerenoveerd. Het oogt allemaal prachtig. Ik ben een van de eerste bezoekers, maar het wordt later bomvol. Iedereen hier wil natuurlijk de uitbreiding zien, zoals wij op 3 maart ook nieuwsgierig waren naar het nieuwe Drents Museum. Dan is de vrije Goede Vrijdag heel geschikt.
Ook hier is men de grond in gegaan wat de naam Gartenhallen verklaart. Bij de trap naar beneden hangt Andy Warhol’s enorme portret van Goethe naar het schilderij van Tieschbein dat boven hangt. De collectie in de nieuwbouw spreekt mij minder aan: het gaat vooral om hedendaagse Duitse kunstenaars. Maar ik kan mij voorstellen dat hier straks de grote exposities worden gehouden.
De bovenste verdiepingen zijn des te interessanter. Van Vlaamse en Italiaanse primitieven vanaf de dertiende eeuw, via Albrecht Dührer naar een complete Nederlandse schilders-collectie uit de gouden eeuw. Fraaie Jan Steens, twee bijzonder mooie Rembrandts, Vermeer, Van Goyen en Ruysdaels. Breugel de oude is er te zien, Hans Holbein. Een verdieping lager hangt Tieschbein’s Goethe, het beroemde portret met hoed, liggend op een sofa. Tieschbein was de schilder die met Goethe meeging op zijn Italiaanse reis (1792 e.v.) Hij fungeerde als fotocamera avant le lettre. Hier hangt wel bekend en mooi werk van Duitse kunstenaars als Josef Beusch, Nolde, Max Liebermann en Beckmann.



De nieuwe Gartenhallen van het Städler museum
Vervolgens gaat het naar het Filmmuseum dat ik al eerder bezocht maar dat ook geheel gerenoveerd is. De bekende collectie voelt weer goed aan. 
Een echte ontdekking is het drie panden verder gelegen Museum voor Communicatie. Het komt niet voor in het rijtje museums van de Frankfurt-card. Maar hier staat aan de Schaumainkai een splinternieuw, architectonisch fraai museum dat heel uitgebreid de communicatie van de mens laat zien: van het primitieve kleitablet, de Gutenbergbijbel tot de levensloop van een brief. Er bestond vroeger ook een soortgelijk museum in Berlijn dat tot de DDR behoorde en die twee zijn nu samengevoegd. Uitgebreid komt de Post tot leven met prachtige vervoermiddelen tot een trein aan toe. Aan de buitenkant zit nog een treinbrief zoals ik die zelf nog heb verstuurd met foto’s voor het Vrije Volk. Dan is er de ontwikkeling van het telegram, scheepstelegrafie (met een speciale tentoonstelling gewijd aan de laatste telegrammen vanaf de Titanic) en later telex (persbureau’s) en telefoon. Radio en televisie komen ook uitgebreid aan bot. En tenslotte de computer. Kortom het is hier genieten. Ook voor kinderen waarvoor een speciale afdeling is ingericht. Er zijn veel vrijwilligers in het museum. Alleen jammer dat de amateur-zendpost op de hoogste verdieping niet is bemand en dus niet te bezoeken. Het is tenslotte een vrije dag!



Voorjaar aan de rivier de Main in Frankfurt
Als ik weer buiten sta knapt het weer warempel op. Terug op de camping is het fietsweer geworden. Dat komt mooi uit want langs de rivier de Nidda (waaraan de camping ligt) loopt een mooi fiets- en wandelpad. Ik fiets zo nog even bijna vijftien Km op de achternamiddag over wat blijkt het Höderlinpad te heten en zo kom ik dus ook nog aan mijn gezonde trekken. Morgen nog een dagje met de Frankfurt-card op stap.

donderdag 5 april 2012


Van diezelfde Ceasar Domela Nieuwenhuis uit Kees van Kooten’s boek staat een prachtige sculptuur in het museum voor toegepaste kunst waar ik woensdagochtend ben. Maar de dinsdag was voor de Dom van Keulen en het naastliggende Ludwigmuseum. Dat is het belangrijkste van deze stad met een internationale belangrijke verzameling. Beneden hangt de popart met alle beroemde stukken. Op de zalen boven hangen tientallen Picasso’s (Ludwig heeft 300 werken van de belangrijkste kunstenaar van de twintigste eeuw!). Matisse, Miro, Margritte om maar even bij de M te blijven zijn er; Braque en Bacon ook. Maar het mooiste werk is zo’n enorm ruimtelijke installatie van één van mijn favorieten Kienholz. Het gaat om “verplaatsbaar oorlogsmonument” waarin de beroemde figuur van de Amerikaanse soldaten die de vlag plantten op het dak van een gebouw in Berlijn, een kroeg met terras en een grote marmeren grafsteen waarop dus staat dat het verplaatsbaar is: indrukwekkend. Het museum heeft veel mooie doorkijkjes naar de Rijn.
De Dom is een gigantische kathedraal waarvan de vroegste bouwdelen uit de dertiende eeuw stammen. Daarvoor stond er ook al een gebedshuis dat de Keulenaars in de vaart der volkeren opstootten door er de uit Milaan gestolen stoffelijke resten van de Drie Koningen in onder te brengen. Waar Milaan die vandaan had weet ik niet. Het trok grote groepen pelgrims. Er werd een schitterende gouden schrijn besteld waarin de relieken een plaats kregen. Er moest een veel grotere kerk komen en dat werd de Dom. Sinds 1250 staat deze grootste schrijn van Europa in het hoogaltaar en is voor elke bezoeker te zien. Er pal naast is een bouwsteiger waarop twee restaurateurs in het licht van schijnwerpers heiligenbeelden onder handen nemen. Zij trekken zich niets aan van de duizenden bezoekers die hier dagelijks langslopen. De Dom is natuurlijk overal gekend door de twee enorme torens die overal in het stadsbeeld te zien zijn. De voorplein is het natuurlijke hart van Keulen waar palmzondag de hele goegemeente met takken rondzeulen. De levende standbeelden komen er door in het nauw. 


Zoals geschreven was ik woensdagochtend in het “design-museum”. Het had wel wat van dat van Gent maar dan veel groter. De twee enorme, bovenste verdiepingen staan vol met toegepaste kunst uit vroeger eeuwen, maar mijn belangstelling gaat naar de vaste opstelling vormgeving uit mijn eigen tijd en vooral naar een tijdelijke tentoonstelling over meubels ontworpen door beroemde architecten: van Aalto tot Zarah Hadid zal ik maar zeggen. Het fraaiste meubel (foto) vond ik de stoel van het Oostenrijkse ontwerpers-collectief Coop Himmel(b)lau. 

Zij tekenden ook het meest omstreden paviljoen van het Groninger Museum en een pracht ontwerp voor een podium op het Wilhelminaplein op de eerste parkeergarage. Ik bezocht ook nog het Käte Kollwitzmuseum met veel grafisch werk en fietste vervolgens weer langs de Rijn naar mijn camping. Die ligt eigenlijk in de uiterwaard van de Rijn. Het grote toiletgebouw staat dan ook op poten en kan een flinke waterverhoging aan. Aan de waterkeringen kun je zien dat het Rijnwater hier tot enorme proporties kan uitdijen. 


"mijn camping in Frankfurt"
Witte Donderdag gebruik ik om door te reizen naar Frankfurt am Main naar een bekende camping en doe boodschappen op de fiets tot in het centrum van de stad. Koop de Frankfurt-card en zoek uit welke museums op Goede Vrijdag en met Pasen open zijn. Het valt mee.

dinsdag 3 april 2012

Er zijn nog problemen met de draadloze Internetverbinding van Vodafone. Hopelijk worden die opgelost anders ben ik afhankelijk van WiFi verbindingen op campings. Inmiddels heb ik het in Köln prima naar de zin; er is veel te bezoeken.



het Hauptbahnhof van Keulen is imponerend, de treinen geavanceerd en de ligging, direct naast de Dom is subliem.


Het museumkwartier laat je op straat al aan je trekken komen



Evenals op de Ponte Vecchio in Florence hangen er op de spoorbrug van Keulen hangsloten bij de vleet.

zondag 1 april 2012


Mijn voorjaarsreis is begonnen al lijkt het wel of we het voorjaar de afgelopen maand hebben gehad. Nu is het koud, winderig en soms wat motregen. Toch rijd ik in een ruk naar Köln waar een fraaie camping aan de Rijn op me wacht. Onderweg een wonderlijk fata morgana. Bij Oberhausen, waar het druk was, is op de andere (driebaans) autobahn plotseling politie met zwaailicht. Aanvankelijk drie motoragenten met grote tussenposen. Enige busjes met blauw licht en dan is de weg plotseling helemaal leeg. Er lag ook nog een heuveltje in de verte maar daar komt geen normale auto of vrachtwagen overheen. Een volkomen lege weg als een zinderende woestijn..... Tot er in de verte weer een zwaailicht in beeld komt en daarachter voltrekt zich het fata morgana: over de volle breedte van de weg komen nu, ik schat wel veertig politiemotoren met blauw zwaailicht, geen sirenes. Achter dit cordon rijden een stuk of vijf zwarte limousines. Dan volgen wagens met veel antennes, weer busjes met zwaailicht en een paar motoragenten sluiten de optocht. En daarachter zit een file van wel 15 km.
Wat mag dit in hemelsnaam hebben voorgesteld. Was dit die Bundeskanslerin en haar gevolg? Gezien de enorme omvang moet het zoiets zijn geweest. Of een koninklijke gast misschien.


Zaterdagmiddag heb ik Keulen voor het eerst aangedaan. De camping ligt op de rechteroever, de stad er tegenover. Een kilometer of acht. Flinke wind tegen maar nu bewijst mijn nieuwe elektrische fiets (gekregen van mijn gehele familie voor m’n zeventigste verjaardag) mij prima diensten. Er is een fietspad langs de Rijn dat onder verscheidene bruggen doorgaat totdat ik over de Deutzer Brücke de binnenstad kan bereiken. Het lijkt sterk op het beeld van de fietstocht langs de Isar in München. Maar Keulen is toch weer een heel andere stad. De Dom met dubbele torens beheerst het (binnen)stadsbeeld overal. Indruk maakt ook het aanpalende Hauptbahnhof (zie foto) dat uiterst strategisch ligt ten opzichte van de enorme jaarbeurs aan de overkant van de rivier. Je kunt er via de brug zo naar toe lopen. Bijzonder was dat ik de Heinrich Böll Platz niet lopend mag oversteken. Aan de randen staan stadswachten die iedereen laten omlopen. Wat blijkt: onder het plein bevindt zich de grote concertzaal van de Kölner Philharmonie. Skateboardende jongelui, hoempa-orkesten maar ook stampende toeristen op het plein dringen door tot het podium! Bordjes op statieven verklaren de “omleiding”. Er wordt inderdaad geoefend want even later komen de orkestleden met hun instrument uit het gebouw beneden.
Ik was al even bij het oude raadhuis waar op het voorplein uitgebreid wordt gegraven. Deze week was ook bij ons in het nieuws dat er nieuwe Romeinse vondsten waren gedaan. Keulen was de belangrijkste noordelijke nederzetting in het Romeinse Rijk. Ik ga er vast nog veel meer van zien.
Zondag 1 april is het prachtig weer, alleen koud. De gehele camping is wit gerijpt. Het blijft prachtig dus fietsen en wandelen is een genoegen. Ik begin op ‘mijn’ rechteroever waar de jaarbeurs ligt bij een superhoge uitzichttoren die ondanks andere mededelingen op de toegangsdeur gesloten is. Zeker in de war met de zomertijd. Ik fotografeer het beroemde zicht op Keulen (foto) en neem de spoorbrug met fietspad richting de Dom op de linkeroever. Niet alleen op de Ponte Vecchio in Florence maar ook hier hangt de brug vol met duizenden hangsloten waarmee vrienden en stellen willen afdwingen dat zij eeuwig bij elkaar blijven.
Ik begin de geschiedenis van Keulen bij het begin: in het Römisch-Germanisches Museum kan ik alles aan de weten komen over Colonia Claudia Ara Agrippinensium (CCAA), de Romeinse garnizoenstad die aan de noordelijke grenzen van het Romeinse rijk de scepter zwaaide. Het was al een enorme stad zo blijkt en wat er door de eeuwen heen aan archeologische vondsten zijn gedaan grenst aan het onwaarschijnlijke. Het museum staat, ten zuiden van de Dom ook precies op een belangrijke archeologische vindplaats. Ze hebben het gebouw er als het ware zo overheen kunnen zetten. Een tweede centrum is het gebied rond het oude raadhuis waar ik zaterdag al was. Er zijn grote mozaïekvloeren te zien, fresco’s uit huizen zoals ik die ook ken uit Pompeï. Maquettes verklaren de oude ligging. Er zijn duizenden gouden en bronzen sieraden te zien, maar ook beelden, grafmonumenten en zo voort. Er is een zomerexpositie geopend met honderden beelden uit de Berlijnse Romeinse verzamelingen onder de titel “Die Rückkehr der Götter”. Indrukwekkend. Een prachtmuseum, kortom. 
Ik lunch op de Friezen Platz (!) in een prachtzaak die ook bomvol zit met zondags brunch-publiek. Ik ben gewoon op de fiets op weg naar het Mediapark, aan de rand van de binnenstad. Hier liggen de studio’s van de de WDR, bioscopen en een filmhuis. Het opvallendste gebouw is de KölnTurms van dertig verdiepingen. Naar een ontwerp van de Fransman Jean Nouvel. De beroemde gebouwen van Köln zijn er op de ramen geëtst tot overvliegende vliegtuigen aan toe. Bovenin zit een restaurant. Het Mediapark maakt een zondagse indruk, er is geen enkele activiteit dus het blijft bij de architectuurbeleving. 
Halverwege de middag fiets ik terug om nog in de zon bij de camper te kunnen zitten. Ik begin aan “Hartstochtjes” van Kees van Kooten. Prachtig boek met onder meer een ontmoeting met de schilder Ceasar Domela Nieuwenhuis in Parijs in 1987. Hij heeft een werk van deze schilder thuis, maar uit een tentoonstellingscatalogus blijkt dat het ondersteboven is opgehangen...
Zo hoop ik Keulen onder dezelfde gunstige weersomstandigheden verder te verkennen.